[home][inhoud site][Inhoud bovenbouw][practicum][links]

 

 

Ademhaling en circulatie

studiewijzer 5.3 (5 atheneum)
Antwoorden

 

Bloed en bloedsomloop

B. Bouw van het hart

C. De bloedsomloop

D. De werking van het hart

E. het bloedvatenstelsel

B. Bouw van het hart

afbeeldingen/animaties van hart en bloedsomloop op bioplek (om te oefenen):


bouw hart en bloedsomloop

13. -

14. Voorkant hart.
De punt van het hart wijst naar links.
De aorta, die uit de linkerkamer komt, loopt achter het hart door naar beneden.

15. Zoogdierhart bestaat net als een vogelhart uit twee afdelingen. Iedere afdeling bestaat weer uit een boezem en een kamer.

Zie bouw hart

16.
a slagaderhoofd rechts
b. longslagader rechts
c. kransslagader

17.
a. zelf opzoeken
b. ongeveer 1:3
c. doorsnede aorta zou ongeveer 18 mm zijn. In werkelijkheid is de doorsnede 25 tot 30 mm
d. De linkerboezem is te klein getekend
e. De verhouding tussen links en rechts klopt ongeveer.  

18.
plaats kleppen en stroming bloed
dikte van de spierwand
aansluiting bloedvaten

19. met stippeling is zuurstofrijk bloed aangegeven

20. In afbeelding tekenen.

21. De slagaderkleppen zorgen ervoor dat het bloed vanuit de aorta niet en de longslagaders niet terug kan stromen naar het hart.

22. De hartkleppen zorgen ervoor dat het bloed alleen van boezems naar kamer kan en niet de andere kant op.

23. De kransslagader levert zuurstof en voedingsstoffen aan de hartspier. Verstoppingen van de kransslagader leiden tot een hartinfarct.

C. De bloedsomloop

24. -

25.
Het hart van een vis bestaat uit 1 kamer en 1 boezem. Door het hart gaat zuurstofarm bloed.
Het vissenhart pompt het bloed door de haarvaten van de kieuwen, daarna gaat het direct door de haarvaten van de organen.
Het bloed passeert dus tenminste 2 haarvatenstelsels voordat het weer in het hart komt. (als het via darmslagader en poortader gaat zelfs 3). Door passeren van een haarvatenstelsel wordt de bloeddruk verlaagt.
Bij een vogel en zoogdier bestaat het hart uit twee helften. Een helft die het bloed door de longen pompt en een helft die het bloed door het lichaam pompt. Het bloed passeert dus maar 1 haarvatenstelsel voordat het weer extra druk krijgt door het hart. (alleen als het via de darmslagader en de poortader gaat 2). Dit is efficiënter. Dat moet ook wel omdat vogels en zoogdieren een constante lichaamstemperatuur hebben en dus veel meer moeten verbranden dan vissen.
2 = lever
3 = darm
4 = alle overige organen

26. darmslagader --> darm --> poortader --> lever

27.
3.longslagader links
5. longader
8. aorta
9. leverslagader
10.darmslagader
12. nierslagader
15. bovenste holle ader
16. longslagader rechts
17. longader rechts
|19. onderste holle ader
22. navelstrengader
23. poortader
24. nierader

28.
Voor geboorte komt zuurstof via navelstrengader naar kind.
Het zuurstofrijke bloed vermengt zich met het zuurstof arme bloed in de leverader en holle ader.
De kleine en grote bloedsomloop zijn bij een foetus niet gescheiden .
Er zitten verbindingen tussen aorta en longslagaders (ductus botalli)
en in het tussenschot tussen de boezems (foramen ovale).

29. -
30.

 

darmslagader
poortader
zuurstof
veel
weinig
koolstofdioxide
weinig
veel
voedingsstof
weinig
veel

31.
In de darmvlokken wordt voedsel geresorbeerd en in het bloed opgenomen. Dat kost veel energie en dus zuurstof. Het opgenomen voedsel gaat via de poortader naar de lever waar het bewerkt en eventueel bewaard wordt.
De poortader bevat enige tijd na een maaltijd veel glucose.
De poortader is zuurstofarm.
Via de leverslagader krijgt de lever zuurstofrijk bloed aangevoerd.
het glucosegehalte in de leverader schommelt binnen nauwe grenzen.

D. De werking van het hart

werking hart

32. -
33. De pacemaker (sinusknoop) zit in de tussenwand van de boezems.
34. Tekenen in afbeelding.
35. De harttonen worden veroorzaakt door de werking van de kleppen.
36.
De QRS piek wordt veroorzaakt door de stroomstootjes (impulsen) die zorgen voor het samentrekken van de wand van de kamers. Daardoor en dus daarna gaan de hartkleppen dicht en dat veroorzaakt de harttonen.
37. -
38.-
39.
diastole: rustfase, rusttoestand van het hart
boezemsystole: boezems trekken samen en kamers lopen vol kamers zijn ontspannen).
kamersystole (ventrikelsystole) : spier om kamers trekt samen, kamers worden leeg geperst. De druk in de aorta en andere slagaders neemt dus tijdens de systole toe en tijdens de diastole af.

40.
CO
2 gehalte van het bloed wordt gemeten in aorta en halsslagader. Er gaat een seintje naar de hersenstam. Daar zitten centra die de hartslag kunnen regelen. Vanuit de hersenstam gaan zenuwuitlopers naar de pacemaker, die het slagritme kunnen vertragen en versnellen.
Door CO
2 wordt het ritme versnelt.

41.
Het hormoon adrenaline uit de bijnier komt vrij bij angst en spanning.
Het versnelt de hartslag en ademhaling en maakt het lichaam geschikt om te vluchten.

E. Het bloedvatenstelsel

bloedvaten

42.
De slagaders hebben een dikkere wand met meer spierweefsel. Let er vooral op dat een slagader van het hart af gaat en meestal zuurstofrijk bloed bevat. Uitzonderingen longslagader en navelstrengslagader.

slagaders

aders

van hart af

naar hart toe

hoge wisselende bloeddruk

lage bloeddruk

alleen kleppen aan begin

kleppen

zuurstofrijk bloed behalve longslagader en navelstrengslagaders

zuurstofarm behalve longaders en navelstrengader

dikke wand

dunnere wand